Zondag 25 mei: IEDER-KERK
Zondag 25 mei: IEDER-KERK
Want om misverstanden te voorkomen: het is geen ‘geklieder……’. Dat woord roept misschien verkeerde associaties op en dat zou niet eredienstvaardig of -waardig zijn. Er is een zorgvuldige voorbereiding met meerdere mensen aan voorafgegaan. Centraal staat daarin de vraag: Hoè breng je de betekenis en bedoeling van de bijbeltekst heel dicht bij de kinderen. Let op: De kinderen staan in het midden maar mensen-kinderen zijn we allemaal. Jezus zei niet voor niets die heel geliefde bijbeltekst: ‘Laat de kinderen tot mij komen’. Het ‘gesprek met de kinderen’ kan in een ‘gewone’ dienst eenvoudig lijken. Maar eerlijk gezegd doe ik daar altijd het langst over en ontstaat het pas nadat de exegese is gedaan en de preek klaar is. Hoe kun je dit alles nu heel eenvoudig vertalen en vertellen op ‘oor-hoogte’ voor kinderen? Het moet wel kloppen en niet kinderachtig zijn. Maar als kinderen het verstaan, verstaan volwassenen het ook. Als dat misschien mag lukken kan het voor ‘ieder’ een beleving zijn. Volwassenen moeten daartoe een beetje mee-buigen, mee-vieren, mee-veren om naar hetzelfde te luisteren op een àndere manier. Je hart openstellen: wat lees ik, hoe versta ik, wat kan ik daarmee in het leven van iedere dag? Gisteren kwam ik iemand tegen die zei: ‘Zondag: een vrije zondag!’ Tja, daar ben je vrij in maar in het kader van gemeente zijn voor iedereen en met iedereen heb je voor zondag natuurlijk geen vrijbrief maar wordt juist een actieve houding gevraagd. Ofwel we laten ons met ‘grote’ en ‘kleine’ oren precies zoals iedere zondag graag inspirerend verrassen. En voor de ouderen is er: een nevendienst. Thema is: Helpen met hoofd, hart en handen. ‘Eerste hulp voor onderweg’ zou het opschrift kunnen zijn bij: Lucas 10: 23-37. Er is iemand van buiten nodig die de kennis in jou wakker roept, actief maakt. Een Samaritaan laat dat met hem gebeuren. Hij gaat verder dan te handelen uit plicht. Hij overdenkt wat er gebeurt als hij niet handelt. Niet de traditie is doorslaggevend maar die ene mens die hulp nodig heeft. Een naaste heb je niet, een naaste vind je of vindt de naaste jou wanneer je, onbewust van anderen, je eigen wegen gaat? Veel dichterbij dan theorieën zeggen, veel menselijker dan men de wetten leest, maar ‘ontmoeting’ ís die ander. Niet het ego dat zichzelf overschreeuwt maar het ego dat de ander centraal stelt. Niet de vraag naar jezelf staat centraal maar de hulp aan de ander. Onderweg op onze levensreis gaat het maar om één ding: ‘God liefhebben en de naaste als uzelf’. Eerste hulp voor onderweg! Dat is: Dat wij elkaar gegeven zijn en wat wij delen: van hart tot hart, de taal van het hart, de taal van de liefde. Waaruit alles ontstond, ontstaat en is en …die is uit God. God? Ja God! Barmhartigheid, daarin zit dat je geraakt wordt in je hart. Als je je aan de ander verbindt, je laat raken en aanraakt, dan word je tot naaste. De Samaritaan kan er alleen voor de ander zijn als anderen medeverantwoordelijk zijn. Zo helpen = geloven. Mooi! | ||
terug | ||